Hetgeen ik u nu ga vertellen, dateert van ongeveer 20 jaar geleden. Het toont aan dat carnaval geen kinderspel is!
Op de dag van de stoet, zetten de verschillende wagens zich klaar in de Berkenlaan om dan te vertrekken in de richting van het Torenhof. De jurywagen staat, sinds mensenheugenis, op het Kerkplein tegenover de winkels van Lieske Dingele en Chelleke Bâms.
Op de jurywagen zitten een tiental juryleden; de burgemeester, enkele schepenen en een aantal oud-leden van de Raad van 11. Ze geven punten op het carnavaleske, de originaliteit en de uitbeelding. Na de stoet verzamelt de jury om de punten op te tellen. De presentator zegt de naam van de deelnemende groep en de juryleden roepen hun puntentotaal voor die groep.
Zo riep ik die bewuste dag: “Groep nummer 4, de Farao’s uit Overpelt”, waarna de leden één voor één hun punten riepen. Tot we bij Charelke van den Oly kwamen: Charelke: “Wie?” Ik: “De Farao’s, groep nummer 4, een grote groep met een pyramide op hun wagen!” Charelke: “Niet gezien!” Andere juryleden: “Maar allez, Charel, dat was een groep van zeker 25 man. Een pyramide van zeker 3 meter hoog!” Charelke: “Jeh en toch heb ik hem niet gezien!”
Lag het aan de borrels op de wagen of aan de dansmariekes die net vóór de Farao’s kwamen, we zullen het nooit weten. Eén ding is zeker: “Good old Charly” handelde in eer en geweten, want hij had de groep effectief niet gezien.
De Farao’s uit Overpelt eindigden die dag als laatste. Bij deze alsnog mijn oprechte excuses.