Op het moment dat in een land niet zo gek ver hier vandaan brute tanks de rustige vrede verstoren, sijpelt het nieuws binnen dat bepaalde voetbalhooligans de eveneens rustige vrede van een zondagse voetbalpartij op een laffe wijze tenietdoen.
Mijmert u even met me mee en probeert u samen met mij een antwoord te bedenken op de vraag of er iets is in de mens dat hem ertoe aanzet om onrust te stoken, om in onvrede te leven, om zichzelf beter te wassen dan anderen? Ik zie het vaak op de speelplaats: een groepje kinderen dat een bal afneemt van een ander groepje dat zich voetballend amuseert; jongeren die met harde woorden elkaar monddood maken via sociale media; leerlingen die een jonge vervangleerkracht niet de kansen geven die die verdient …
We hoeven echter niet alleen te kijken naar wat kinderen doen: willen immers ook volwassenen zichzelf niet bewijzen? Er zijn ouders die elkaar eens graag zagen en er, wanneer het moeilijk gaat, een vechtscheiding van maken; buren die elkaar bekampen omdat – ochot – ergens een haag verkeerd ingeplant staat; groepen burgers die zich verzetten tegen maatregelen die goed zijn voor het milieu … Zit er dan écht iets in de mens om onrust te stoken? Hoeft een oorlog in Europa ons dan echt nog te verrassen?
Toch zijn er gelukkig ook andere dingen die ons hoopvol stemmen! Er zijn jeugdbewegingen en verenigingen die acties opzetten om voor verbondenheid te zorgen; tieners die vol overgave vredestekeningen maken voor Oekraïne op de speelplaats van hun school; gezinnen die hun eigen leven laten doorkruisen en plaats maken om vluchtelingen op te vangen. Voor dat alles en zo veel meer mogen we dankbaar zijn en blij, hoopvol en vastberaden: het is nog niet zo slecht gesteld met ons allemaal.
Zonder belerend te willen klinken, moeten we vaststellen dat vrede hier bij ons begint. Is het niet aan ons om het goede voorbeeld te tonen aan onze kinderen en kleinkinderen, aan onze jongeren en iets minder jongeren? Daarmee zullen we geen enkele oorlog op aarde doen stoppen, al kunnen we hopen dat daardoor geen enkele nieuwe oorlog zal beginnen. Aan de slag!
D’n meester