Het is momenteel zeer druk in het Natuurhulpcentrum. Dagelijks ontvangen we soms wel tot 100 dieren die onze zorg nodig hebben. Een groot deel van deze dieren zijn jonge dieren, en elk jaar zien we vergelijkbare aantallen.
Toch zijn er altijd variaties die afhangen van de grillen van de natuur. Dit jaar merken we een opvallende toename van jonge uilen, die vaak in verzwakte en magere toestand bij ons arriveren. De oorzaak van deze verzwakking is grotendeels te wijten aan het weer. De overvloedige regenval van de afgelopen weken heeft geleid tot een drastische afname van het aantal muizen, een essentiële voedselbron voor uilen.
Veel nestholtes van muizen zijn onder water gelopen, waardoor veel jonge muizen het niet hebben overleefd. Dit voedseltekort dwingt volwassen uilen om hun nesten te verlaten en eerst voor zichzelf te zorgen. Helaas zijn dit de harde wetten van de natuur. Wanneer de jonge uilen honger krijgen, wagen ze zich vaak uit hun nest op zoek naar eten. Dit resulteert erin dat ze op de grond terechtkomen, waar ze volledig aan hun lot zijn overgelaten.
Als ze geluk hebben, worden deze magere jonge uilen gevonden en naar het Natuurhulpcentrum gebracht. Eenmaal aangekomen, beginnen we met het stabiliseren van deze jonge dieren.
We nemen de ouderrol op ons, zorgen ervoor dat ze eten krijgen en geven ze de nodige medische zorg. Na enkele weken van herstel kunnen de jonge uilen in onze grote vliegkooien leren vliegen en jagen. Zodra ze sterk genoeg zijn, worden ze weer vrijgelaten in de natuur.