“We doen een culturele uitwisseling.” Het klinkt mooi en zelfs idealistisch, zeker als jongeren tijdens de vakantie of het school- of academiejaar hun grenzen letterlijk verleggen. Het zijn kansen die ze niet meer krijgen, momenten waaruit ze veel leren voor de toekomst, waarbij ze andere mensen leren kennen en hun netwerk voor het eerst internationale proporties aanneemt. En we gunnen hen die ervaring voor alle duidelijkheid ook! Ook afgelopen zomer hebben, mede dankzij de Europese financiële duw in de rug, heel wat jongeren het vasteland doorkruist om zogeheten “herinneringen voor het leven” op te bouwen. Even lijkt de alarmerende klimaatsituatie naar het achterplan verdreven. Maar ach, doen hun ouders en grootouders dat ook niet voor veel minder nobele doeleinden?! En misschien verwacht u het niet meteen, maar ook omgekeerd maken jongeren die beweging: jongeren uit Zuid-Europese landen hebben de weg naar het Noorden gevonden en kwamen naar hier om zich een aantal weken vrijwillig in te zetten op een speelplein of andere vakantiewerking. Indien ze naar hier gelokt werden door het vooruitzicht op iets draaglijker temperaturen dan men daar gewend is, zouden ze wel eens bedrogen kunnen uitgekomen zijn, dit als gevolgd van eerder genoemde dramatische klimaatsituatie. Maar goed, we wijken uit.
Helaas zijn er ook jongeren die die kansen níet krijgen, omdat ze de weg niet vinden naar de organisaties die dit mogelijk maken of omdat ze de financiële extra’s die een vakantiejob met zich meebrengen broodnodig hebben. Hun culturele uitwisseling beperkt zich tot het eten van een Oostenrijkse apfelstrudel, het drinken van een glas Franse wijn of het smakelijk verorberen van een Spaanse tapasplank.
Dat is niet minderwaardig, verre van! En ook dat is het gevolg van onze open grenzen. Misschien staan we er niet meteen bij stil, maar deze zomer werd het mij nog eens heel praktisch duidelijk. Ik trok voor een weekje naar Noord-Italië en ben slechts één keer aan een grens moeten stoppen: die van Zwitserland. Toen ik een aantal weken later naar Slovenië trok voor een congres – en ik er, toegegeven, ook even de toerist uithing aan en op het Meer van Bled – kon ik zelfs zónder een grensstop de bestemming bereiken. Mijn tijd voor internationale uitwisselingen, waarbij ik me een aantal weken inzet in een of andere vrijwilligersorganisatie is dan wel voorbij, toch probeer ik zo mijn ervaringen uit te bouwen.
Ondertussen zit ik thuis en eet ik een Italiaanse tiramisù, terwijl ik een koffie drink, gemaakt van koffiebonen die niet van hier zijn en bedenk ik me: hoe zou die er dan uitzien, onze eigen Vlaamse cultuur?