Gelukkig ligt 1 april weer achter ons. Ik hoop dat u niet al te veel aprilvissen heeft gevangen. Er zijn in Eksel door de jaren heen een heleboel poetsen gebakken. Meestal hadden de daders twee keer plezier: de eerste keer als ze hun slachtoffer beetnamen en een tweede keer als ze hun verhaal deden aan de toog bij Anita, Erna of Eduard. Het volgende verhaal heb ik daar dan ook dikwijls horen vertellen…
De kampioenen in het uithalen van fratsen, zijn de oud-studenten; een groep van een twintigtal vijftigers die tweejaarlijks op tentenkamp gaat in de Ardennen.
Zo hadden ze ook dat jaar hun tenten weer opgeslagen. De zitbanken en tafels werden gesjord. De beek deed dienst als frigo voor hun bier en als primitieve badkamer. Aan de rand van de kampplaats, ver genoeg van de tenten om geen geurhinder te hebben, hadden ze de HUDO gegraven. HUDO is de afkorting van Hou Uw Darmen Open oftewel het ‘huiske’. De deur van het toilet was onderaan open om voor de nodige verluchting te zorgen. En je zag vanaf de tenten of het toilet bezet was.
Roger ging dagelijks klokvast om 10 uur naar ‘de grote WC’. Zo begon het ook die morgen te dringen, maar Roger zag dat het toilet bezet was. Er kwamen namelijk 2 botten onder het deurtje uit. Een kwartier later zag hij de botten nog steeds staan en Roger begon lichtjes geïrriteerd te geraken. Even later zat de verstopte mede-student nog steeds op het toilet en Roger besloot om de oversteek te maken. Hij zou het daar wel eens ferm gaan zeggen. Toen zijn gebonk op het deurtje niets uithaalde, keek Roger door het hartje, dat in de deur op ooghoogte stond. Tot zijn verbazing zag hij alleen een paar botten staan!
Nooit eerder had men in de Ardennen zo’n luide vloek met Lommelse tongval gehoord. Wie de botten op de HUDO heeft gezet, is altijd een goed bewaard geheim gebleven.
En laat ons dat zo maar houden.